
Prinsjesdag en de plannen voor 2025. Hier een samenvatting
Prinsjesdag is elk jaar op de derde dinsdag van september. Op deze dag komt de koning naar de Ridderzaal in Den Haag om de troonrede voor te lezen. De troonrede is een belangrijke toespraak waarin de koning vertelt wat de plannen van de regering zijn voor het komende jaar. Het is een moment waarop de regering laat zien wat de doelen van 2025 zijn en hoe zij dat wil doen.
Wat zei de koning?
De koning sprak over de zorgen van veel mensen, zoals regels die te moeilijk zijn en problemen met geld, wonen en werk. Hij zei dat de regering wil zorgen voor makkelijkere regels en meer vertrouwen.
Veranderingen voor volgend jaar
Meer financiële hulp:
Iedereen krijgt volgend jaar meer geld. Er komt in 2028 een nieuwe belastingschijf van 35,36%, waardoor je over het eerste deel van je inkomen minder belasting betaalt. De tarieven voor de tweede en derde schijf zijn 37,44% en 49,50%. De regering wil vooral mensen helpen die arm zijn of schulden hebben.
Duurdere treinkaartjes:
Treinkaartjes van de NS worden 6% duurder. Dit is minder dan de geplande stijging van 12%. Het kabinet geeft 42 miljoen euro uit om de prijzen minder snel te laten stijgen.
Meer huizen en betere wijken:
Nederland heeft meer huizen nodig. Daarom wordt er 5 miljard euro geïnvesteerd in de bouw van nieuwe woningen. Ook worden bestaande wijken verbeterd met een budget van 2,5 miljard euro. Mensen met huizen die hun woning willen verduurzamen, kunnen subsidie blijven aanvragen voor bijvoorbeeld isolatie of een warmtepomp. Hier is 578 miljoen euro voor beschikbaar.
Onderwijs verbeteren:
In het onderwijs blijft de focus liggen op belangrijke vaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. Het aantal buitenlandse studenten wordt minder, en de meeste studies worden weer in het Nederlands gegeven.
Betaalbare zorg:
De gezondheidszorg blijft belangrijk voor de regering. Vanaf 2027 betalen mensen maximaal 165 euro per jaar voor ziekenhuiszorg. Het doel is om zorgmedewerkers meer tijd te geven voor hun patiënten en te zorgen dat niemand zonder hulp blijft.
Oekraïne:
Voor Oekraïne wordt 252 miljoen euro uitgegeven om oorlogsschade te herstellen en humanitaire hulp te bieden.
Natuur en milieu:
De regering geeft in 2025 7,5 miljoen euro extra uit voor de natuur om meer groen en biodiversiteit te behouden.
Ambassades en consulaten:
De regering bezuinigt 10% op ambassades en consulaten. Een klein aantal gaat verdwijnen, maar dit is minder dan de geplande sluiting van 34 posten.
Vocabulaire oefenen
De Woordenlijst
1. De Toespraak
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
Een gesproken presentatie of uitleg voor een publiek.
Voorbeeldzinnen:
De toespraak van de burgemeester was inspirerend.
Tijdens de vergadering houdt ze altijd een korte toespraak.


2. De Regering
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
De groep mensen die een land bestuurt/leidt.
Voorbeeldzinnen:
De regering werkt aan een plan voor duurzame energie.
De regering wordt niet direct gekozen door de burgers, maar door de gekozen leden van de Tweede Kamer.
3. Het Doel
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
Iets dat je probeert te realiseren/bereiken.
Voorbeeldzinnen:
Mijn doel is om dit jaar een marathon te lopen.
Het doel van het spel is om zoveel mogelijk punten te scoren.


4. De Belasting
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
Deel van een geldbedrag dat je aan de overheid (government) moet betalen.
Voorbeeldzinnen:
Iedereen moet belasting betalen op zijn of haar inkomen.
Hij doet zijn belastingaangifte altijd op tijd.
5. De Stijging/Stijgen
Zelfstanding Naamwoord (Noun)/Werkwoord (verb)
Definitie:
Een toename of verhoging in hoeveelheid of niveau.
Voorbeeldzinnen:
Veel mensen zijn niet blij met de stijging van de belastingen.
De stijging van het aantal toeristen helpt de economie.
De temperatuur kan in de lente snel stijgen.


6. Uitgeven
Scheidbaar werkwoord (Splitable verb)
Definitie:
Geld besteden/spenderen aan iets.
Voorbeeldzinnen:
Ze geeft veel geld uit aan boeken.
De organisatie heeft geld uitgegeven aan nieuwe computers.
7. Subsidie Aanvragen
Werkwoordelijke uitdrukking (phrasal verb/expression)
Definitie:
Formeel vragen voor financiële steun/hulp van de overheid of een organisatie.
Voorbeeldzinnen:
Hij heeft subsidie aangevraagd om zijn onderzoek te financieren.
Zij vraagt een subsidie aan om zodat ze haar restaurant kan openen.


8. Beschikbaar
Bijvoeglijk naamwoord (Adjective)
Definitie:
Niet bezet; vrij om gebruikt (of aangesproken) te worden.
Voorbeeldzinnen:
Er zijn kamers beschikbaar in het hotel.
Hij is niet beschikbaar om te bellen.
9. De Vaardigheid
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
Een talent/kennis dat je hebt ontwikkeld (developed).
Voorbeeldzinnen:
Het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden is belangrijk voor je carrière.
De vaardigheid om goed te communiceren is essentieel.


10. Bezuinigen
Werkwoord (verb)
Definitie:
Minder uitgeven of besparen op kosten.
Voorbeeldzinnen:
De overheid moet bezuinigen op de uitgaven.
Hij probeert te bezuinigen door minder vaak uit eten te gaan.
Het restaurant probeert te bezuinigen door goedkopere ingrediënten te gebruiken.
Lezen oefenen
Spreken oefenen
Spreekoefening 1 – Woord associaties beschrijven
Kan je uitleggen wat de connecties zijn tussen de woorden van de woord associatie opdracht en de antwoorden? Bedenk ook een voorbeeld.
Bijvoorbeeld:
Geld – Steun – Overheid
Antwoord: Subsidie Aanvragen
Als je een subsidie aanvraagt, vraag je om steun in de vorm van geld van de overheid of een andere instantie.
Voorbeeld: “Het museum vraagt subsidie aan voor een nieuwe tentoonstelling.”
Probeer het zelf bij de andere vier:
1. Politiek – Beslissingen – Ministers
Antwoord: De Regering
2. Besparen – Uitgaven – Budget
Antwoord: Bezuinigen
3. Publiek – Spreken – Officieel
Antwoord: De Toespraak
4. Betalen – Inkomen – Overheid
Antwoord: De Belasting
Spreekoefening 2 – Vragen over andere woorden
5. Denk je dat werknemers ook buiten werktijden beschikbaar moeten zijn voor vragen van collega’s?
6. Vind je het nodig dat de regering de informatie over de plannen van het volgend jaar beschikbaar maakt voor iedereen?
7. Welke vaardigheden zou jij graag willen leren/ontwikkelen?
8. Waar zou je minder geld aan willen uitgeven?
9. Is het belangrijk om een doel te hebben in je carrière? Waarom (niet)?
10. Is het, volgens jou, logisch dat de belasting elk jaar stijgt?
Spreekoefening 3 – Wat is jouw mening over de tekst?
11. Is er in jouw land een vergelijkbare (similar) dag, zoals Prinsjesdag?
12. Welke politieke veranderingen, voor het komende jaar, vind jij belangrijk?
13. Welke veranderingen mis je in dit artikel en had je ook graag willen zien?