Learn-Dutch-NT2-Nieuws-Article-Koningsdag
Photo by Alf van Beem, released into the public domain.

Koningsdag 2025: Feest in Oranje

Vocabulaire oefenen

De Woordenlijst

1. Vieren

Werkwoord (verb)

Definitie:

Een feestje of speciale dag leuk maken.

Voorbeeldzinnen:

Hij viert zijn verjaardag met taart.
Ze vieren kerst met de familie.
Wij vieren het einde van het schooljaar.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Vieren
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Op Een Dag Vallen

2. Op Een Dag Vallen

Werkwoordelijke uitdrukking (phrasal verb/expression)

Definitie:

Iets gebeurt op een bepaalde dag van de week.

Voorbeeldzinnen:

Mijn verjaardag valt dit jaar op een maandag.
Het feest valt op een zondag.
Ramandan valt dit jaar vroeg.

3. Meedoen

Scheidbaar werkwoord (Splitable verb)

Definitie:

Samen met anderen iets doen.

Voorbeeldzinnen:

Ik doe mee met het spel.
Veel mensen doen mee met de quiz.
Mijn broer doet mee met het voetbaltoernooi.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Meedoen
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Afgesloten

4. Afgesloten

Bijvoeglijk naamwoord (Adjective)

Definitie:

Iets is dicht of je mag er niet komen.

Voorbeeldzinnen:

De straat is afgesloten voor auto’s.
Het gebied is afgesloten door de politie.
Het plein is afgesloten tijdens het feest.

5. (Mensen) Inzetten

Scheidbaar werkwoord (Splitable verb)

Definitie:

Iets of iemand gebruiken voor een doel.

Let op: het reflexieve werkwoord ‘zich inzetten’ betekent: moeite doen (voor iets of iemand).
Bijvoorbeeld: Ik zet me in om mensen te helpen.

Voorbeeldzinnen:

De politie zet extra mensen in.
Ze zetten vrijwilligers in bij het feest.
Er worden meer bussen ingezet.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary (Mensen) Inzetten
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Het Blikje

6. Het Blikje

Zelfstanding Naamwoord (Noun)

Definitie:

Een klein metalen flesje voor drinken.

Voorbeeldzinnen:

Ik drink cola uit een blikje.
Ze verzamelen blikjes voor recycling.
Gooi het blikje in de prullenbak.

7. Inleveren

Scheidbaar werkwoord (Splitable verb)

Definitie:

Iets terugbrengen of geven aan een persoon of machine.

Voorbeeldzinnen:

Ik lever mijn huiswerk in.
Je moet het formulier inleveren.
Ze levert de boeken in bij de bibliotheek.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Inleveren
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Statiegeld

8. Het Statiegeld

Zelfstanding Naamwoord (Noun)

Definitie:

Extra geld dat je betaalt voor een flesje of blikje. Je krijgt het terug als je het flesje of blikje inlevert.

Voorbeeldzinnen:

Ik krijg statiegeld voor dit flesje.
Het statiegeld is 15 cent.
Veel mensen doneren hun statiegeld.

9. Zinken

Werkwoord (verb)

Definitie:

Naar beneden gaan in water.

Voorbeeldzinnen:

De boot zinkt in de rivier.
Het schip begon te zinken.
De visser redde mensen van een zinkende boot.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary Zinken
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary De Gracht

10. De Gracht

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

Een kanaal of rivier in een stad.

Voorbeeldzinnen:

In Amsterdam zijn veel grachten.
We varen met een boot op de gracht.
Ze wandelen langs de gracht.

18. Vocab quiz

Oefen hier de gele woorden van het artikel

1 / 10

1. Fill in the blank:

Wil je ______ met het spel?

2 / 10

2. Fill in the blank:

De politie heeft extra mensen ______.

3 / 10

3. Fill in the blank:

Ik heb een cola in een ______ gekocht.

4 / 10

4. Fill in the blank:

De datum van het feest zal op maandag ______.

5 / 10

5. Fill in the blank:

De straat is ______ voor auto’s.

6 / 10

6. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Boot - Water - Probleem

1 words left

7 / 10

7. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Mensen - Hulp - Vrijwilligers

1 words left

8 / 10

8. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Geld - Blikjes - Retourneren

2 words left

9 / 10

9. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Feest - Taart - Muziek

1 words left

10 / 10

10. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Riviertjes - In De Stad - Amsterdam

2 words left

Your score is

0%

Lezen oefenen

18. Vragen over de tekst

Kan je deze vragen over de tekst beantwoorden?

1 / 8

1. Waarom werd Koningsdag in 2025 op 26 april gevierd?

2 / 8

2. Waarom is Koningsdag niet op zondag?

3 / 8

3. Hoe vierde de koning Koningsdag?

4 / 8

4. Wat deed de koninklijke familie in Doetinchem?

5 / 8

5. Waarom vroeg Amsterdam of mensen niet meer kwamen?

6 / 8

6. Wat gebeurde er met sommige plekken in Amsterdam?

7 / 8

7. Wat deden de Nederlandse Spoorwegen?

8 / 8

8. Wat konden mensen kiezen bij het inleveren?

Your score is

The average score is 0%

0%

Spreken oefenen

Spreekoefening 1 – Woord associaties beschrijven

Bijvoorbeeld:
Boot – Water – Probleem
Antwoord: Zinken
Een boot kan zinken in het water. Dit is natuurlijk een enorm probleem.
Voorbeeld: “Mijn nieuwe kamer is zo klein en donker dat het bijna als een cel voelt.”

Probeer het zelf bij de andere vier:

1. Mensen – Hulp – Vrijwilligers
Antwoord: Inzetten

2. Geld – Blikjes – Retourneren
Antwoord: Het Statiegeld

3. Feest – Taart – Muziek
Antwoord: Vieren

4. Riviertjes – In De Stad – Amsterdam
Antwoord: De Gracht

Spreekoefening 2 – Vragen over andere woorden

5. Is meedoen belangrijker dan winnen? Wat denk jij?

6. Wanneer heb jij voor het laatst ergens aan meegedaan?

7. Wie worden er ingezet bij een brand?

8. Wat kun je doen met een leeg blikje?

9. Op welke dag valt je verjaardag dit jaar?

10. Vind jij het goed als drukke plekken tijdelijk worden afgesloten? Waarom?

Spreekoefening 3 – Wat is jouw mening over de tekst?

11. Heb jij wel eens Koningsdag gevierd? Hoe was dat?

12. Zou jij naar Amsterdam willen op Koningsdag? Waarom wel of niet?

13. Denk je dat Koningsdag belangrijk is voor Nederland? Waarom?