Learn-Dutch-NT2-Nieuws-Article landelijk vuurwerkverbod
NT2-Nieuws-landelijk vuurwerkverbod

Grote steden willen landelijk vuurwerkverbod

Vocabulaire oefenen

De Woordenlijst

1. Het Verbod

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

Een verbod is iets wat niet mag. Het is verboden.

Voorbeeldzinnen:

Het verbod op alcohol geldt voor jongeren onder de 18.
Er is een verbod op roken in restaurants.

ps. Het woord is ook te vinden in artikel ‘Helmplicht voor Fatbike-gebruikers en Verbod voor Kinderen onder de 14 Jaar’ van 26 september.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary het verbod
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary de jaarwisseling

2. De Jaarwisseling

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

Het moment wanneer een nieuw jaar begint.

Voorbeeldzinnen:

De politie werkt extra hard tijdens de jaarwisseling.
Wij vieren de jaarwisseling met familie en vrienden.

3. De Schade

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

Wat er kapot is door een ongeluk of brand.

Voorbeeldzinnen:

De schade door de brand is erg groot.
De storm heeft veel schade aan de huizen veroorzaakt.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary de schade
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary de burgemeester

4. De Burgemeester

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

De baas van de stad of het dorp.

Voorbeeldzinnen:

De burgemeester opent de nieuwe bibliotheek.
De burgemeester wordt gekozen door de regering.

5. Ergens Voor Zorgen

Werkwoordelijke Uitdrukking (Phrasal Verb/Expression)

Definitie:

Het regelen of laten gebeuren dat iets goed gaat.

Voorbeeldzinnen:

Wie zorgt voor het eten vanavond?
De leraar zorgt voor een rustige sfeer in de klas.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary ergens voor zorgen
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary de hulpverlener

6. De Hulpverlener

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

Iemand die mensen helpt in moeilijke situaties.

Voorbeeldzinnen:

Hulpverleners kunnen bijvoorbeeld een dokter, een brandweerman of een verpleegkundige zijn.
De hulpverlener hielp de gewonde man.

7. Aanvallen / Aangevallen Worden

Scheidbaar werkwoord (Splitable Verb) / Passieve Werkwoordelijke Uitdrukking (Passive Phrasal Verb/Expression)

Definitie:

Iemand of iets met geweld proberen pijn te doen.

Voorbeeldzinnen:

De hond valt de postbode aan.
Ze werd aangevallen door een hond tijdens haar wandeling.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary aanvallen-aangevallen worden
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary de brandweer

8. De Brandweer

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

Een organisatie die zorgt voor de veiligheid van mensen bij brand of andere rampen (disasters).

Voorbeeldzinnen:

De brandweer redde de kat uit de boom.
Bel 112 als je de brandweer nodig hebt.
De brandweer bluste het vuur in de flat.

9. De Voorstander en Tegenstander

Zelfstandig Naamwoord (Noun)

Definitie:

Voorstanders zijn mensen die iets goed vinden; tegenstanders vinden het slecht.

Voorbeeldzinnen:

Voorstanders van het plan vinden het een goed idee.
Tegenstanders vinden het plan te duur.
Tegenstanders van vuurwerk willen een verbod.

Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary de voorstander-de tegenstander
Learn Dutch Words with news article photo showing vocabulary ergens bij horen

10. Ergens bij Horen

Werkwoordelijke Uitdrukking (Phrasal Verb/Expression)

Definitie:

Een deel van een groep of iets zijn. Bij een groep passen.

Voorbeeldzinnen:

Hij voelt zich fijn omdat hij bij de groep hoort.
Bij dit team horen betekent hard werken.
Zijn gedrag (behaviour) hoort niet bij zijn functie. Ik hoop dat hij zich verbetert.

9. Vocab quiz

Oefen hier de gele woorden van het artikel

1 / 10

1. Fill in the blank:

 

De postbode _____ door de hond.

2 / 10

2. Fill in the blank:

 

Bij een grote brand moet je meteen _____ bellen.

3 / 10

3. Fill in the blank:

 

Ik ga met Jan barbecueën. Ik _____ voor het vlees en Jan voor wat te drinken.

4 / 10

4. Fill in the blank:

 

De docenten zijn echt fan van het idee. Ze zijn _____.

5 / 10

5. Fill in the blank:

 

Hij voelt zich fijn omdat hij echt __________.

6 / 10

6. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Zorg - Persoon - Helpen

2 words left

7 / 10

7. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Gemeentehuis - Beslissen - Stad

2 words left

8 / 10

8. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Storm - Verzekering - Kapot

2 words left

9 / 10

9. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Vuurwerk - Oud en Nieuw - Feest

2 words left

10 / 10

10. Met welk woord, van de lijst, kan je deze woorden associëren? Schrijf het op!

Regels - Illegaal - Boete

2 words left

Your score is

0%

Lezen oefenen

9. Vragen over de tekst

Kan je deze vragen over de tekst beantwoorden?

1 / 8

1. Wat is het probleem met vuurwerk tijdens Oud en Nieuw?

2 / 8

2. Wat willen de burgemeesters van de grote steden?

3 / 8

3. Waarom vinden de politie en brandweer dat vuurwerk te veel risico geeft?

4 / 8

4. Wat gebeurde er tijdens de coronajaren?

5 / 8

5. Wat gebeurde er met de schade tijdens het vuurwerkverbod in coronajaren?

6 / 8

6. Wat denken vuurwerkvoorstanders van vuurwerk?

7 / 8

7. Wat denken tegenstanders van vuurwerk?

8 / 8

8. Wie moet uiteindelijk beslissen over een landelijk vuurwerkverbod?

Your score is

The average score is 0%

0%

Spreken oefenen

Spreekoefening 1 – Woord associaties beschrijven

Bijvoorbeeld:
Zorg – Persoon – Helpen
Antwoord: De Hulpverlener
Een hulpverlener biedt zorg aan. Het is een persoon die als beroep mensen helpt.
Voorbeeld: “De hulpverlener gaf het kind een deken tegen de kou.”

Probeer het zelf bij de andere vier:

1. Gemeentehuis – beslissen – stad
Antwoord: De Burgemeester

2. Storm – Verzekering – Kapot
Antwoord: De Schade

3. Vuurwerk – Oud en Nieuw – Feest
Antwoord: De Jaarwisseling

4. Regels – Illegaal – Boete
Antwoord: Het Verbod

Spreekoefening 2 – Vragen over andere woorden

5. Waarom vallen sommige dieren elkaar aan in de natuur?

6. Wat kun je doen als je wordt aangevallen op straat?

7. Wat zijn de belangrijkste taken van de brandweer?

8. Hoe zorg je voor een goede sfeer in een groep?

9. Waarom is het belangrijk om naar voorstanders en tegenstanders te luisteren?

10. Wat kan een docent doen om elke student erbij te laten horen?

Spreekoefening 3 – Wat is jouw mening over de tekst?

11. Wat zijn jouw ervaringen met Oud & Nieuw in Nederland?

12. Ben jij een voor- of tegenstander van een landelijk vuurwerkverbod. Leg uit!

13. Wat zou een goed alternatief voor vuurwerk kunnen zijn?