Grote steden willen landelijk vuurwerkverbod
Tijdens de afgelopen jaarwisseling waren er veel problemen in grote steden door vuurwerk. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag waren er branden, schade en gewonden. De burgemeesters van deze steden vragen de regering opnieuw om een landelijk vuurwerkverbod om schade en gevaar te verminderen.
Problemen tijdens de jaarwisseling
Vuurwerk zorgt elk jaar voor gevaar. Mensen raken gewond, er zijn branden, en hulpverleners worden soms aangevallen. Ook is er veel schade aan huizen en auto’s. De politie en brandweer vinden dat vuurwerk te veel risico geeft.
Verbod tijdens corona
Tijdens de coronajaren was er een tijdelijk vuurwerkverbod. Dit zorgde voor minder ongelukken en schade. Burgemeesters willen dat dit verbod permanent wordt. Ze denken dat dit beter is voor mensen, dieren en het milieu.
Voorstanders en tegenstanders
Sommige mensen vinden vuurwerk belangrijk. Ze zeggen dat het bij Oud en Nieuw hoort en het feest mooier maakt. Maar anderen vinden vuurwerk gevaarlijk en denken dat het beter is om een andere manier te vinden om het nieuwe jaar te vieren.
Wat nu?
De regering moet beslissen of er een landelijk vuurwerkverbod komt. De burgemeesters hopen dat dit snel gebeurt. Ze denken dat oud en nieuw dan veiliger wordt voor iedereen.
Vocabulaire oefenen
De Woordenlijst
1. Het Verbod
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
Een verbod is iets wat niet mag. Het is verboden.
Voorbeeldzinnen:
Het verbod op alcohol geldt voor jongeren onder de 18.
Er is een verbod op roken in restaurants.
ps. Het woord is ook te vinden in artikel ‘Helmplicht voor Fatbike-gebruikers en Verbod voor Kinderen onder de 14 Jaar’ van 26 september.
2. De Jaarwisseling
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
Het moment wanneer een nieuw jaar begint.
Voorbeeldzinnen:
De politie werkt extra hard tijdens de jaarwisseling.
Wij vieren de jaarwisseling met familie en vrienden.
3. De Schade
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
Wat er kapot is door een ongeluk of brand.
Voorbeeldzinnen:
De schade door de brand is erg groot.
De storm heeft veel schade aan de huizen veroorzaakt.
4. De Burgemeester
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
De baas van de stad of het dorp.
Voorbeeldzinnen:
De burgemeester opent de nieuwe bibliotheek.
De burgemeester wordt gekozen door de regering.
5. Ergens Voor Zorgen
Werkwoordelijke Uitdrukking (Phrasal Verb/Expression)
Definitie:
Het regelen of laten gebeuren dat iets goed gaat.
Voorbeeldzinnen:
Wie zorgt voor het eten vanavond?
De leraar zorgt voor een rustige sfeer in de klas.
6. De Hulpverlener
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
Iemand die mensen helpt in moeilijke situaties.
Voorbeeldzinnen:
Hulpverleners kunnen bijvoorbeeld een dokter, een brandweerman of een verpleegkundige zijn.
De hulpverlener hielp de gewonde man.
7. Aanvallen / Aangevallen Worden
Scheidbaar werkwoord (Splitable Verb) / Passieve Werkwoordelijke Uitdrukking (Passive Phrasal Verb/Expression)
Definitie:
Iemand of iets met geweld proberen pijn te doen.
Voorbeeldzinnen:
De hond valt de postbode aan.
Ze werd aangevallen door een hond tijdens haar wandeling.
8. De Brandweer
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
Een organisatie die zorgt voor de veiligheid van mensen bij brand of andere rampen (disasters).
Voorbeeldzinnen:
De brandweer redde de kat uit de boom.
Bel 112 als je de brandweer nodig hebt.
De brandweer bluste het vuur in de flat.
9. De Voorstander en Tegenstander
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
Voorstanders zijn mensen die iets goed vinden; tegenstanders vinden het slecht.
Voorbeeldzinnen:
Voorstanders van het plan vinden het een goed idee.
Tegenstanders vinden het plan te duur.
Tegenstanders van vuurwerk willen een verbod.
10. Ergens bij Horen
Werkwoordelijke Uitdrukking (Phrasal Verb/Expression)
Definitie:
Een deel van een groep of iets zijn. Bij een groep passen.
Voorbeeldzinnen:
Hij voelt zich fijn omdat hij bij de groep hoort.
Bij dit team horen betekent hard werken.
Zijn gedrag (behaviour) hoort niet bij zijn functie. Ik hoop dat hij zich verbetert.
Lezen oefenen
Spreken oefenen
Spreekoefening 1 – Woord associaties beschrijven
Kan je uitleggen wat de connecties zijn tussen de woorden van de woord associatie opdracht en de antwoorden? Bedenk ook een voorbeeld.
Bijvoorbeeld:
Zorg – Persoon – Helpen
Antwoord: De Hulpverlener
Een hulpverlener biedt zorg aan. Het is een persoon die als beroep mensen helpt.
Voorbeeld: “De hulpverlener gaf het kind een deken tegen de kou.”
Probeer het zelf bij de andere vier:
1. Gemeentehuis – beslissen – stad
Antwoord: De Burgemeester
2. Storm – Verzekering – Kapot
Antwoord: De Schade
3. Vuurwerk – Oud en Nieuw – Feest
Antwoord: De Jaarwisseling
4. Regels – Illegaal – Boete
Antwoord: Het Verbod
Spreekoefening 2 – Vragen over andere woorden
5. Waarom vallen sommige dieren elkaar aan in de natuur?
6. Wat kun je doen als je wordt aangevallen op straat?
7. Wat zijn de belangrijkste taken van de brandweer?
8. Hoe zorg je voor een goede sfeer in een groep?
9. Waarom is het belangrijk om naar voorstanders en tegenstanders te luisteren?
10. Wat kan een docent doen om elke student erbij te laten horen?
Spreekoefening 3 – Wat is jouw mening over de tekst?
11. Wat zijn jouw ervaringen met Oud & Nieuw in Nederland?
12. Ben jij een voor- of tegenstander van een landelijk vuurwerkverbod. Leg uit!
13. Wat zou een goed alternatief voor vuurwerk kunnen zijn?