
Bezoekers Efteling vast in achtbaan door technisch probleem
Op vrijdag kwamen bezoekers van het pretpark de Efteling vast te zitten in de achtbaan Vogel Rok. Door een kapot wiel zaten de bezoekers voor ongeveer 30 tot 45 minuten vast. Hoeveel bezoekers vast zaten, is niet duidelijk.
Vogel Rok is een overdekte achtbaan in het donker, geïnspireerd op de vogel Roc uit de verhalen van 1001 Nacht. De attractie bestaat sinds 1998 en staat bekend om zijn snelle ritten.
De trein had niet genoeg snelheid om een helling op te gaan en rolde achteruit. Technici kwamen naar de attractie en losten het probleem op. Uiteindelijk konden alle bezoekers veilig uitstappen.
Er raakte niemand gewond. Volgens een bezoeker is dit in de 27 jaar dat hij de Efteling bezoekt nog nooit eerder gebeurd.
Na het incident voerde de Efteling extra controles en onderhoud uit om de veiligheid te garanderen.
De Efteling is een bekend pretpark in Nederland met sprookjes, spannende achtbanen en leuke voorstellingen. Het park trekt jaarlijks miljoenen bezoekers.
Vocabulaire oefenen
De Woordenlijst
1. De Achtbaan
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
Een attractie in een pretpark waar je in een snelle trein zit die op rails rijdt en veel bochten maakt.
Voorbeeldzinnen:
De achtbaan was te eng voor mijn zus.
We gingen twee keer in dezelfde achtbaan.
De achtbaan is een van de populairste attracties in het park.


2. Vastzitten
Scheidbaar werkwoord (Splitable verb)
Definitie:
Niet kunnen bewegen of verdergaan omdat iets niet werkt of is geblokkeerd.
Voorbeeldzinnen:
De deur zit vast en kan niet open.
Ik zit vast met het werk. Ik weet niet hoe ik verder moet gaan.
Ik zat vast in de file.
3. Het Pretpark
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
Een groot park met attracties, zoals achtbanen, draaimolens en andere plezierige activiteiten voor mensen van alle leeftijden.
Voorbeeldzinnen:
Het pretpark heeft veel leuke attracties.
Mijn favoriete pretpark in Nederland is de Efteling.
Mijn favoriete pretpark buiten Nederland is Disneyland.


4. Overdekt
Bijvoeglijk naamwoord (Adjective)
Definitie:
Bedekt, bijvoorbeeld met een dak, zodat je niet nat wordt.
Voorbeeldzinnen:
We gaan naar de overdekte markt.
De attractie is overdekt, dus we blijven droog.
Het zwembad is overdekt, dus we kunnen zwemmen als het regent.
5. De Attractie
Zelfstanding Naamwoord (Noun)
Definitie:
Een speciale activiteit of object in een pretpark waar mensen voor komen.
Voorbeeldzinnen:
De Efteling heeft veel leuke attracties.
De attractie was spannend.
Ik hou van snelle attracties.


6. Bekend Staan Om
Werkwoordelijke uitdrukking (phrasal verb/expression)
Definitie:
Bekend zijn voor iets specifieks.
Voorbeeldzinnen:
De Efteling staat bekend om zijn sprookjes.
Dit restaurant staat bekend om zijn lekkere pizza’s.
Amsterdam staat bekend om de grachten.
7. (Probleem) Oplossen
Scheidbaar werkwoord (Splitable verb)
Definitie:
Het vinden van een manier om iets dat niet goed werkt, weer goed te maken.
Voorbeeldzinnen:
We moeten het probleem snel oplossen.
Ze loste de situatie goed op.
Het bedrijf heeft het probleem opgelost.


8. Uiteindelijk
Bijwoord (Adverb)
Definitie:
Na alles, als laatste.
Voorbeeldzinnen:
Het was een moeilijke reis, maar uiteindelijk kwamen we thuis.
Uiteindelijk vonden we de oplossing voor het probleem.
Ik ga naar 5 landen op reis en ik kom uiteindelijk in 3 maanden weer terug.
9. Uitvoeren
Scheidbaar werkwoord (Splitable verb)
Definitie:
Het doen of uitvoeren van een taak of actie.
Voorbeeldzinnen:
De technici voeren een controle uit op de attractie.
Hij voert zijn taak snel en efficiënt uit.
We voeren een experiment uit in de wetenschaples.


10. Het Sprookje
Zelfstandig Naamwoord (Noun)
Definitie:
Verhalen die vaak over magische wezens, prinsen, prinsessen en fantasie gaan. Sprookjes bevatten vaak een les of moraal.
Voorbeeldzinnen:
In de Efteling kun je veel sprookjes zien.
Ik lees elke avond een sprookje voor aan mijn kinderen.
Sprookjes gaan vaak over magie en wonderen.
Lezen oefenen
Spreken oefenen
Spreekoefening 1 – Woord associaties beschrijven
Kan je uitleggen wat de connecties zijn tussen de woorden van de woord associatie opdracht en de antwoorden? Bedenk ook een voorbeeld.
Bijvoorbeeld:
Dak – Regen – Schuilen
Antwoord: Overdekt
Als een plek overdekt is, heeft het meestal een dak en kan dit helpen om te schuilen tegen de regen.
Voorbeeld: “Het restaurant heeft een overdekt terras. We kunnen dus buiten zitten en hebben geen last van de regen.”
Probeer het zelf bij de andere vier:
1. Magie – Verhaal – Prinses
Antwoord: Het Sprookje
2. Snel – Attractie – Spannend
Antwoord: De Achtbaan
3. Werk – Doen – Actie
Antwoord: Uitvoeren
4. Speeltuin – Attracties – Efteling
Antwoord: Het Pretpark
Spreekoefening 2 – Vragen over andere woorden
5. Waar staat Nederland bekend om?
6. Wat betekent het als iemand uiteindelijk zijn droom waarmaakt?
7. Welke problemen kunnen computers hebben en hoe los je ze op?
8. Waarom voelen sommige mensen zich vastzitten in hun baan?
9. Wat moet je doen als je vastzit in een lift?
10. Wat is jouw favoriete attractie in een pretpark?
Spreekoefening 3 – Wat is jouw mening over de tekst?
11. Ben je wel eens naar de Efteling geweest?
Ja -> Wat vond je van het pretpark?
Nee -> Zou je het willen bezoeken? Waarom wel/niet?
12. Wat is een bekend pretpark in jouw land? Waar staat het bekend om?
13. Wat zou jij doen als je vastzat in een achtbaan?